Deurle: het mooiste dorp van Vlaanderen?

vrijdag 16 mei 2008

Ontmoeting op het dorpsplein - een druppel voor een stem

Komend weekend (17-18 mei a.s.) moet het voor Deurle gebeuren: de strijd om een plaats in de finale. Het publiek is nu onze vakjury – dus zonder u kan het niet lukken!
Op zondag 18 mei bevindt zich op het mooie dorpsplein van Deurle een echt druppelkot dat door beroemde/beruchte Deurlenaars zal worden bemand. Voor iedere dorpeling en iedere passant staat er van 11.00 tot 19.00 uur een streekeigen “druppel” klaar, aangeboden door graanstokerij Filliers, in ruil voor een stem die ter plaatse op Deurle wordt uitgebracht.
De ‘beroemdheden’ die het druppelkot zullen bevolken en u zullen bedienen, zijn:

Motte Claus – de ‘moeder’ van alle druppelkoten
Piet Van Eeckhaut – bekend advocaat en Deurlenaar
Guido De Leeuw – zonder hem geen Gentse feesten
Johan Verminnen - méér dan alleen zanger
Johan Stollz – internationaal entertainer
Katrien De Vos – actrice en ‘kotmadam’
Sabine De Vos – jeugdschrijfster
Oswald Verzyp – acteur
Eddy Vaernewijck – dichter, winnaar Baziel de Craeneprijs
Erika Pauwels – zangeres
Jo Decaluwé – theatermaker
Jacques De Ruyck – burgemeester van de Leiestad Deinze


Stem Deurle naar de finale en u krijgt er de feestdronk al bij !

dinsdag 6 mei 2008


Deurle - dorp van dichterlijkheid
Te Deurle

De lange ladder in de pereboom
een mand vol rozen langs de bloemenzoom
en heel de dreef, fel polychroom
van kleuren en betoverd-schoon,
nu de herfst zijn doeken stelt ten toon
te Deurle aan de Leie.

De avondzon hangt laag en rood
boven de Kriekenberg, en groot,
terwijl heel ver een late boot
een kort en schor signaal uitstoot
dat plots de stilte nog vergroot
te Deurle aan de Leie.

Dan gaan de weemoed en de pracht
van deze herfst, ons toebedacht,
verloren in de grote nacht
die alle kleuren diep verzacht
onder een gouden maanlichtvacht,
te Deurle aan de Leie.

J.L. De Belder

maandag 5 mei 2008

Deurle - de dorpsstraat

De dorpskom van Deurle - het is een plek die zomaar opdoemt op je pad en vervolgens nog lang op je netvlies blijft hangen. Alles ademt hier dichterlijkheid: het witte café met de kleurige luiken, de kerk en de grafzerken rondom, de beschuttende Molenberg, de kleine boomgaard, het dorpswinkeltje, de oude herberg voor bolders en boogschutters, de illustere pastorie.
Zo'n plein duwt even de grenzen van tijd en ruimte opzij. Kortom, gewoon een plaats om lang stil te staan en weg te dromen.










Deurle - kunstenaars en musea

Deurle is ook het dorp waar kunstenaars van allerlei slag - schrijver, dichters en schilders - inspiratie vonden én een stek om er te wonen: Xavier De Cock, schilder van het landschap, de toneelschrijver Gaston Martens, bekend om zijn Paradijsvogels, Cyriel Buysse, bewoner van de Molenberg en schrijver van het Leiedagboek Zomerleven, de schilderes Jenny Montigny, leerlinge van Emile Claus, Albert Claeys, de bescheiden landschapsschilder, de gebroeders Leon en Gust De Smet, vaste waarden in de nationale en internationele kunstgeschiedenis.
Het artistieke verleden van Deurle leeft voort in de woonhuizen van de kunstenaars, in de werken van hun hand, ondergebracht in het Gust De Smetmuseum en het Museum Dhondt-Dhaenens en in tal van locaties die sinds honderd jaar niet meer veranderd zijn.







Deurle - kastelen en dreven

Deurle is het dorp van de kastelen, de domeinen en de dreven. De plaatselijke bevolking heeft zich altijd wel afhankelijk gevoeld, maar tegelijkertijd verbonden en in zekere zin geborgen onder de bestaande hiërarchie. Namen als De Kerchove de Denterghem, Della Faille en burggraaf De Spoelberch zijn onlosmakelijk met de geschiedenis van het dorp verbonden.
Nu nog bepalen de adellijke verblijven, samen met de onvermijdelijke dreven, in zekere mate het gezicht van Deurle.




dinsdag 22 april 2008

Deurle en de Leie




Deurle ...... streling van de Leie



Vanuit de verte kruipt zij door de weidevelden naderbij, de Leie, lui en majestueus tegelijk. Vol eerbied buigt ze voor Deurle af, om één van haar meest sierlijke bochten te trekken. Rechtlijnig denken is haar totaal vreemd. Ze twijfelt almaar, ze stroomt niet direct naar haar doel, maar bedenkt allerlei uitvluchten om het verblijf in het dal te rekken. Zij lijkt Deurle, één van haar mooiste oeverdorpen, zo lang mogelijk te willen omarmen, en behoudt daarbij haar aandoenlijke dronkemansloop.